White Matthew en Danburiet – Het Originele Zelf
De Spirituele wijsheid van White Matthew en Danburiet gaat over het Originele Zelf. In de healings Mentaal en Emotioneel en op Ziels-niveau wordt nog meer spirituele wijsheid behandeld.
Na het lezen van de spirituele wijsheid kun je ervaringen (zoals gevoelens, emoties, inzichten) vastlegging in je journal.
White Matthew en Danburiet – Het Originele Zelf
De dichter T. S. Eliot schreef: “We zullen niet stoppen met verkennen en het einde van al ons verkennen zal zijn om te arriveren waar we begonnen en deze plaats voor de eerste keer te kennen.” Deze zin beschrijft het hart van het spirituele pad. We gaan op reis, we leren en laten los, om te ontdekken wat er al in ons is. We kunnen het niet kennen zonder ervaring en wijsheid die uit die ervaring is voortgekomen. Door die ervaring en de daaruit voortvloeiende wijsheid worden we in staat tot een waarneming die anders niet voor ons beschikbaar zou zijn. Ontsluieren wat altijd is geweest, alsof het een groot geheim is dat alleen ontdekt kan worden door ervaring, wijsheid en eye-opening avontuur, is de aard van het goddelijke pad. We zijn allemaal bezig met het realiseren van de bron in ons – het voelt als thuiskomen. Nadat we aan een spiraalavontuur zijn begonnen, waarbij we het centrum vanuit steeds grotere perspectieven hebben bekeken, zijn we gezegend met een scherper inzicht en begrip. Heb je ooit het gevoel gehad dat een beetje afstand je een frisse kijk op een kwestie geeft? of, dat het moeilijk kan zijn om duidelijkheid te krijgen als je ergens middenin zit? Dit is ook het geval, op een veel hoger niveau, met het leven en de zoektocht naar spirituele realisatie.
We waren altijd al goddelijk. Maar om dit echt te weten, in de zin van dat we in de eeuwige troost van goddelijke eenheid stappen is een reis weg van het centrum nodig. De ervaring die dit avontuur met zich meebrengt leidt tot wijsheid. Wijsheid die ons in staat stelt om de spiraalvormige terugreis terug naar ‘huis’ te maken. Naar het centrum of de bron, die in onze eigen lichaamsziel woont en die te herkennen voor wat het is – goddelijk. Wanneer we het spirituele pad vanuit dit perspectief benaderen zullen we de spirituele reis meer als een onthulling dan als een creatie ervaren. We worden getuige van de meest buitengewone kosmische onthulling. De Hemelse Moeder zal sluier na sluier verbranden die onze visie zou verduisteren. Totdat alles wat overblijft om te aanschouwen de verblindende schoonheid van de goddelijke aanwezigheid is. Heb je ooit meegemaakt dat je naar iemand keek, misschien iemand die je al heel lang kent, en dan opeens het gevoel hebt dat je hem voor het eerst ziet of dat hij niet de persoon is die je dacht dat hij was? Je ziet ze anders ook al kijk je er misschien al jaren naar. Je hebt gekeken maar niet echt gezien – tot dat moment. Zo is het ook met de werkelijkheid door spiritueel ontwaken. Het is alsof we naar de werkelijkheid kijken en deze werkelijk zonder belemmering zien. Misschien wel voor het eerst ooit.
Wij zijn één met het Goddelijke; we herinneren het ons weer. Dit betekent dat de goddelijke paden van schepping en van openbaring die gelijktijdig plaatsvinden ook via ons gaan. Het Goddelijke is een paradox voor onze mind. Hoe kan iemand datgene dat al bestaat creëren? Hoe kan iemand worden wat ie ook al gewoon is? Het slaat nergens op, en toch is het de hogere waarheid. De inwijding van het oorspronkelijke zelf neemt ons mee naar een andere (dan dat wijzelf creëren) geldige waarneming van het goddelijke. We kunnen ons realiseren dat we, naarmate we ouder worden, ons van binnen nog steeds hetzelfde voelen. Ons lichaam verandert en we groeien ongetwijfeld ook intern, maar toch is een deel van ons altijd hetzelfde. Terwijl we op een transformatiepad van wording zijn dringt het besef door dat, op een andere plek van binnen, we nog altijd zijn wat we altijd al zijn geweest en ook altijd zullen blijven – we zijn gewoon.
Op dat moment begrijpen we de verklaring en het gebed van ‘IK BEN – I AM’. Het is het gebed van zijn in plaats van worden. IK BEN – I AM. We realiseren ons dat voor het IK BEN – I AM deel van ons er niets gebeurt in het centrum dat eeuwig is. Het is extern waar al het drama zich afspeelt terwijl sluiers worden verwijderd zodat het meer tijdelijke zelf wordt getransformeerd om te kunnen herkennen wat er al is. Het is alsof het zijn en het worden in ons allemaal verstoppertje spelen. Met het zijn dat zich verbergt en het wordende dat zoekt. Het zijn giechelt eerst rustig in opperste goddelijke gelukzaligheid en verstopt zich, terwijl het worden als een waanzinnige probeert de schuilplaats te vinden. Het moment waarop het worden het zijn vindt door de sluier van zijn schuilplaats te trekken en hardop roept: “Ik heb je gevonden!” is een extatisch moment van goddelijke vervoering en vreugde voor beide delen van het goddelijke zelf. Het transformationele pad stopt dan niet maar het erkent wel het bestaan van het eeuwige innerlijke zelf. Zo kan men wel stoppen met het zoeken naar iets waarvan men dacht dat het ontbrak.
Op dat moment wordt het transformatieproces eenvoudigweg deelnemen aan de goddelijke dans die zich ontvouwt. Er ontbreekt niets. En zo blijven we groeien maar dan vanuit een plek van innerlijke volheid die vrede brengt. Waardoor een moedige bereidheid ontstaat om open te staan voor leven en verandering. Het proces van worden is waar het meeste van ons werk gebeurt als we het goddelijke spel van verstoppertje spelen met onze eigen ware aard. Op weg naar onthulling (met een triomfantelijke afsluiting van het spel) gaat onze reis van het worden niet alleen over het opbouwen van vertrouwen, geloof, liefde en andere kwaliteiten. Het is ook een ontmanteling, een wegbreken van de muren van afweer en bescherming die we over onszelf plaatsen. Het is een heilige relatie aangaan waarin ons wordt gevraagd niets achter te houden en ons nergens achter te verschuilen. Door dat te doen worden we in staat om te zien en gezien te worden zonder al die muren waar we ons ooit achter verschuilden. We dachten dat we ons verstopten voor de wereld. Maar het bleek dat we ons verstopten voor ons goddelijke wezen dat op ons wacht totdat we de sluiers zouden laten vallen en roepen: “Daar ben je! Ik heb je gevonden!” zodat het kan terugroepen: “Ik ben hier! Je hebt me gevonden!”
Dit proces van het opgeven van de beschermingslagen kan heel pijnlijk zijn. Op een bepaald moment dachten we namelijk dat we die lagen nodig hadden want anders hadden we ze in de loop der jaren niet opgebouwd. Als je ze loslaat kan dat veel angst oproepen. Maar ook oude herinneringen aan waarom we de verdedigingswerken in de eerste plaats hebben opgebouwd en onzekerheid over hoe te leven zonder hen. We voelen ons misschien “naakt” en kwetsbaar. Dit betekent niet dat we ons als voetveeg moeten laten gebruiken. We kunnen nog steeds gezonde grenzen aanhouden voor onszelf maar we weten nu dat, hoewel we kwetsbaar zijn en zelfs gekwetst kunnen worden, we altijd OK zullen zijn. Dit zorgt ervoor dat we ons staande kunnen houden en verstandige keuzes kunnen maken om te herstellen. Want we weten dat het goed komt.
In ons hart, terwijl we de verdedigingswerken afwerpen waar we ons ooit achter verschuilden, onthullen we onszelf. We laten genoeg oordeel en angst los zodat we naakt met onszelf kunnen zijn. Zonder hierbij bang te zijn om beschaamd te worden of als iets anders gezien te worden dan mooi en waardig voor mededogen, eerbied en aanbidding. Als we het pad van innerlijke naaktheid in ons eigen hart gaan dan ontdekken we ons oorspronkelijke zelf. Het wezen dat altijd is geweest en altijd zal zijn. Je realiseert je dat je in wezen bent wie je altijd was. Vaak zijn we nog zuiverder in contact met dat deel van onszelf, dat oorspronkelijke zelf, in onze kindertijd. In onze kindertijd zijn we vaak nog zo ongekunsteld onszelf. Het kind in onszelf kende het oorspronkelijke zelf voordat ze verstrikt raakte in de conditionering van de maatschappij en emotioneel lijden. Daarna begint het transformerende pad van wording voor dit leven. Maar ze hebben geen effect op het wezen binnenin.
Ons innerlijke oorspronkelijke zelf is tijdloos en onaangetast door ervaring en keuze. Het projecteert zichzelf door ons heen om in leven te zijn door het lichaam en om deel uit te maken van dat goddelijke verstoppertje spelen. Dit oorspronkelijke zelf bestaat in ieder van ons. De vraag is niet of we dit oorspronkelijke zelf hebben maar in hoeverre we het kunnen herkennen. Die herkenning gebeurt op het juiste moment als een geschenk van goddelijke genade. De transformationele reis van het worden bereidt ons voor op dat moment. Het “zien” van dit oorspronkelijke zelf kan ongelooflijk emotioneel zijn. Maar je zult je uiteindelijk realiseren “Het is mijn ziel”. Het is een moment waarop je je realiseert dat er niets mis met je is. Je hoeft je nergens voor te schamen of schuldig over te voelen. Het kan voelen alsof er een verlammend gewicht dat je van binnen hebt gedragen wegvalt.
Het betekent niet dat je denkt dat je perfect bent en niets meer te leren hebt of niet meer hoeft te groeien. Het betekent dat je bijvoorbeeld het gevoel van schaamte kunt loslaten dat je hebt opgepikt toen je opgroeide. Schaamte ontstaan omdat je dacht dat je niet goed was zoals je was. Die schaamte kan hebben geleid tot de ontwikkeling van vele pijnlijke aanpassingen. Het is een lang moeizaam proces van het vernietigen van de vele verdedigingen die we onbewust om ons heen hebben gebouwd om te dat te beschermen waarvan we dachten dat het ons niet-goed-genoeg-zelf was. Het is hard werken zelfs nadat we ons realiseren dat wie we van binnen zijn eigenlijk volkomen acceptabel is. Dit komt omdat er veel ongedaan moet worden gemaakt. Dit is mogelijk door de initiatie in het oorspronkelijke zelf. Het ongedaan maken van hetgeen we niet langer nodig hebben, van wat verkeerd gebouwd was. Het is een goddelijke steun om minder ‘verdedigd’ te worden dan ooit tevoren. Dit betekent niet dat je vatbaar bent voor ongepaste kwetsbaarheid, hoewel het wel een tijdje zo kan voelen. Wat het eigenlijk betekent is dat je jezelf niet meer zult verstikken achter muren. Muren die ooit werden gebouwd om ongewenst lijden buiten te houden maar uiteindelijk te veel leven buitenhielden.
Waar het eigenlijk op neer komt is het volgende “Je bent een mooie ziel die nog nooit iets verkeerds heeft gedaan”. De ziel doet namelijk nooit kwaad het is gewoon een vonk van het Goddelijke die een ervaring heeft. Het oorspronkelijke zelf is de goddelijke vonk die het wezen is dat we voor eeuwig zijn. Ja we hebben ook dit geschenk van het leven, tijdelijk en voorbijgaand. Goed of slecht is een oordeel dat volledig afhangt van je perspectief en is daarom niet absoluut. Dit begrip van de zuiverheid en onschuld van het oorspronkelijke zelf kan velen bevrijden van schaamte, schuld en zelfhaat. Wat veel meer voorkomt bij mensen dan we vaak beseffen. Helaas heerst er een angst binnen de mensheid, een fundamenteel wantrouwen, dat als we aan onze eigen moraal worden overgelaten, we zullen afdalen in zonden. Er is vaak een sombere kijk op de menselijke natuur. Gelukkig evolueren we als soort ongetwijfeld nog steeds naar (wat de meerderheid van ons heeft) een innerlijk bestuurde morele keuze om vriendelijkheid, mededogen, barmhartigheid en samenwerking te cultiveren. De goddelijke oorspronkelijke vonk in ieder van ons, of we nu demonen of engelen lijken, is puur en absoluut. Het idee dat het leven en onze ervaringen, onze natuur, gezegend zijn in plaats van zondig en gered moeten worden, is een andere manier om naar exact hetzelfde spiraalavontuur te kijken, van het centrum naar het verste bereik en weer terug naar het centrum. Het is helend om jezelf te zien als gezegend door een kans op ervaring. Niet identificeren met ons menselijk bestaan als zijnde gebaseerd op een soort van zondigheid is heling.
Als je je realiseert dat er eigenlijk niets mis met je is kan dat er voor zorgen dat je vollediger en vrijer gaat leven. Je kunt het geschenk van het leven aannemen en er iets mee doen. Vaak zelfs met veel meer dankbaarheid ervoor. Het opent je hart waardoor je in staat bent om je reis te omarmen. Zelfs de donkerste delen van die reis kun je aangaan zonder in grote wanhoop te vervallen dat het lijden betekent dat er iets mis is met je. Het betekent eigenlijk gewoon dat je een menselijke ervaring hebt. De inwijding van het oorspronkelijke zelf roept ons op om onze valse lagen af te werpen. Maar ook oude manieren van werken los te laten en ons te laten openbaren. Dit kan misschien door verdieping van intimiteit in relaties. Maar zeker door een verdieping van onze eigen relatie met onszelf en het Goddelijke en misschien ook door op een meer zichtbaar platform voor ons levenswerk te stappen.